Wie haalt het in zijn hoofd om ruim 3.000 kilometer op een scooter door Oost-Afrika te rijden? Op bezoek te gaan bij berggorilla’s? Scootersafari’s (bestaat dit woord?) te maken in vijf nationale parken? Om onder meer leeuwen, buffels, nijlpaarden en olifanten van heel dichtbij te bewonderen. Ik ben Eric en ik reis graag rond op een scooter. Lees hier deel 17 van het unieke verslag van een waanzinnig scooteravontuur in Oeganda, Rwanda en Kenia. In dit deel heb ik een heerlijke scootervrije dag en bezoek ik o.a. het stadje Moroto en het Pian Upe Wildlife Reserve.
Oeganda heeft ons hart meer dan eens gestolen en wat ons betreft is het een reisbestemming die bij elke wereldreiziger op de bucketlist thuis hoort. Ontdek waarom Oeganda de parel van Afrika wordt genoemd.
Een reis door Oeganda zal er één zijn om nooit meer te vergeten. Spot de tree-climbing-lions, ontmoet duizenden olifanten, sta oog in oog met Berggorilla's in de jungle en maak kennis met de prachtige cultuur.
Een scootervrije dag in Moroto
Tegen half negen gaat de telefoon op mijn hotelkamer. De receptionist vertelt dat hij de monteur van mijn scooter aan de lijn heeft. ‘Laat maar vallen.’ ‘Eric, ik heb goed en slecht nieuws. Het goede nieuws is dat ik weet waarom je scooter het niet doet. Om het te repareren heb ik een paar onderdelen nodig die niet in Moroto voorhanden zijn. Ze moeten uit Kampala komen. De reparatie gaat 100.000 Shilling kosten (circa 30 euro). Dat is inclusief onderdelen, transport uit Kampala en mijn uren. Als je akkoord bent, dan bestel ik ze gelijk.’
‘Ik ga akkoord, maar vertel me ook het slechte nieuws. Je zei dat je goed en slecht nieuws hebt.’ ‘Het slechte nieuws is dat ik de scooter pas morgen tegen de middag klaar heb. De bus uit Kampala arriveert namelijk pas in de avond.’
Eindelijk eens een dagje zonder scooter. Nu kan ik op m’n gemak door Moroto wandelen. Gelijk bij de uitgang van het hotel voer ik een geanimeerd gesprek met een dame op blote voeten die op weg is naar haar stukje land. ‘We moeten de grond omspitten,’ vertelt ze met een glimlach.
Moroto is voor mijn gevoel een ‘echte’ stad. Ondanks het feit dat de stad slechts 15.000 inwoners telt, is het verschil met Kotido opmerkelijk. De belangrijkste straten in Moroto zijn van asfalt en verkeren in prima staat. Dat is in Kotido wel anders. Daar zijn alle wegen van zand.
Ik sta dan ineens bij een Shell Station en kan een glimlach niet onderdrukken bij het zien van de antieke benzinepompen.
Zoals al eerder gememoreerd is Karamoja veruit de armste regio in Oeganda. Voor Moroto komt daar nog een extra dimensie bij: de strategische ligging nabij de grens met Kenia. Aan de andere kant van de grens wonen de Pokot en de Turkana. Zij liggen al jarenlang met elkaar en met de Karamojong overhoop. Een jarenlange wapenwedloop tussen de stammen resulteerde regelmatig in een bloedbad.
Totdat in het begin van de jaren 2000 president Museveni het Oegandese leger opdracht gaf om de Karamojong te ontwapenen. Die missie slaagde en was gelijk de opmaat voor een invasie van hulporganisaties. Door de relatieve rust zagen zijn hun kans schoon om allerlei hulpprojecten op te starten. En zoals altijd is hun aanwezigheid af te lezen op grote billboards. Waarbij ik me dikwijls afvraag waarom ze daar toch altijd het (stads)landschap moeten vervuilen. De lokale bevolking zit op constructieve hulp te wachten en niet op billboards. Zo dat ben ik weer kwijt.
Dan is het tijd voor een paar vrolijke noten. Zo zou ik graag een rijles willen nemen bij Delight Driving School. Gewoon om te kijken of een rijles in die oude lesauto echt ‘een delight’ is. Tja en wat te denken van een potje voetbal met v. Persie als aandachtig toeschouwer?
Langs de toegangsweg naar Moroto is het een en al bedrijvigheid. Bestelbusjes bezorgen hun voorraad aan een cluster van winkels en magazijnen. Een boda boda chauffeur staat klaar om twee Karamojong herders een liftje te geven.
Net buiten de bebouwde kom signaleer ik een ‘spookrijder’. In dit geval is de spookrijder een loslopend varken die bezig is aan een ommetje.
De scooter is klaar
Na een vrije dag in Moroto is de tijd gekomen om de reis te vervolgen. Vandaag staat een monsterrit van ruim 180 km op het programma naar Sipi Falls. Helaas begint de dag gelijk met een tegenslag. Rond tien uur is de reparatie van mijn scooter nog in volle gang. Ik houd mijn hart vast als ik zie hoe de scooter eraan toe is. ‘Overal liggen nog onderdelen. Wanneer denk je dat de klus af is?’ vraag ik ongerust. ‘Maak je geen zorgen. Alles is okay. Binnen een half uur kun je een testritje maken.’
De monteur houdt zich aan zijn woord. Ik betaal de rekening inclusief een behoorlijke fooi. ‘Bedankt voor de uitstekende service.’ De monteur stamelt nog wel dat hij de fooi wel erg hoog vindt. ‘Koop er iets leuks van voor je vrouw.’
Geen zand maar asfalt van Moroto naar Nakapiripirit
En weg ben ik. Het is elf uur en ik race op een puntgave asfaltweg richting Nakapiripirit.
Na 30 km maak ik een korte stop in Lorengedwat. Langs de kant van de weg is het een drukte van belang. Een paar vrouwen verkopen er tientallen kleurrijke kleden aan Karamojong herders. Een paar kilometer verderop ontmoet ik een paar van die herders bij een defecte minibus.
‘Wachten jullie op een lift?’ vraag ik aan een zestal herders die langs van de weg uitrusten. ‘Nee hoor, onze kuddes grazen verderop en we houden alleen maar even pauze.’
Het voelt heel onwezenlijk om te rijden op een puntgave asfaltweg in deze omgeving. Helemaal omdat er bijna geen gemotoriseerd verkeer is. De enige gebruikers die ik tegenkom zijn herders die met hun kuddes de weg oversteken. Op een tiental meters verwijderd van de weg zie ik met enige regelmaat de karakteristieke Karamojong nederzettingen. Dat er nauwelijks auto’s op de weg rijden, verbaast mij dan ook niet. Nergens staat een voertuig geparkeerd. De grote vraag is eigenlijk wat deze weg hier doet.
Over de slechte wegen in Karamoja
De eerste 100 km zitten erop. Het is half drie en ik ben dus ruim over de helft. Tijd om even bij te komen en uit te rusten. In het centrum van Nakapiripirit geniet ik van een vers bereide lunch: een chapati met twee meegebakken eieren, tomaat en heel veel paprika. Volgens de kok is het een rolex deluxe (een rolex ofwel rolling eggs is een Oegandese specialiteit). Hij vraagt nieuwsgierig wat ik hier doe. ‘Ik ben onderweg van Moroto naar Sipi Falls.’
‘Dus je wilt helemaal naar Sipi Falls? Pfffff… Met die scooter of wacht je op een minibus of terreinwagen en gaat de scooter daarin?’ ‘Nee, ik rijd helemaal zelf.’ ‘Dat ga je nooit redden. Weet je wel hoe slecht de weg is. Deze asfaltweg loopt tot aan het gebergte daar. Daarna krijg je erbarmelijke zand- en kleiwegen. Nergens in Oeganda zijn de wegen zo slecht als hier! Als het gaat regenen, kun je er helemaal niet op rijden. Dan glijd je er zo weer af. Levensgevaarlijk op een scooter. Zelfs auto’s stoppen dan. Pas als je op de hoofdweg bent naar Muyembe is er weer asfalt. Maar dat is pas over 50 km.’
‘Weet je eigenlijk waarom er een asfaltweg ligt tussen Moroto en Nakapiripirit?’ ‘Breek me de bek niet los. (Redelijk vrij vertaald uit het Engels). Dat is iets van de regering. Die meenden in 2013 na de ontwapening van de Karamojong een aanbesteding te moeten doen. In het totale plan zal de hele weg van Muyembe naar Moroto en verder naar Kotido geasfalteerd worden. Je zou denken dat ze in Muyembe zouden beginnen om aan te sluiten op het bestaande asfalt. Niet dus. Moroto werd het onlogische beginpunt. Zo kreeg Karamoja wel haar eerste asfaltweg.’
Kanttekening: De weg is aangelegd door een Chinees bedrijf en opgeleverd in 2016. In 2019 beloofde president Museveni tijdens zijn verkiezingscampagne dat de resterende 92,2 km naar Muyembe geasfalteerd zou worden. In 2020 is daarmee een begin gemaakt.
Mijn hemel, wat een puinhoop. De asfaltweg is voltooid verleden tijd. Ervoor in de plaats is een hoop mul zand gekomen. Het betekent heel veel stapvoets rijden. Gelukkig gaat de weg om de berg heen, want zo’n klim had mijn scooter er niet bij kunnen hebben.
Op een billboard word ik welkom geheten in de Karamojaregio. Gelijk eronder volgt een waarschuwing dat Aids dodelijk is. Trouw zijn aan je partner, geen sex of condooms gebruiken luidt het advies.
Ieder nadeel heeft zijn voordeel. Ik kom nauwelijks vooruit, maar door mijn lage tempo trek ik veel bekijks. Kinderen rennen met me en volwassenen zwaaien vrolijk.
Het is duidelijk dat mijn scooter heel slecht tegen zand kan. In Namalu weigert hij opnieuw dienst. Bij een monteur regel ik een fikse schoonmaakbeurt onder het toeziend oog van het halve dorp.
‘Je hebt heel veel geluk,’ vertelt de monteur. ‘Het heeft hier namelijk keihard geregend. De buien trekken nu naar het zuiden weg. De zon schijnt alweer en daardoor is de weg opgedroogd.’
Van Pian Upe Wildlife Reserve naar een onzekere duisternis
Tien kilometer verderop is het een heel ander verhaal. Bij het restcamp van Pian Upe Wildlife Reserve is de weg veranderd in een grote blubberbende. Er valt niet op te rijden. Zelfs voetgangers hebben moeite om overeind te blijven.
Het geeft me wel tijd om in het restcamp mijn benen te strekken en kennis te maken met twee struisvogels. ‘Die wonen hier,’ zegt een ranger. Hij vraagt vervolgens of ik een safari wil maken in het reservaat. ‘Helaas heb ik geen tijd. Misschien een volgende keer.’
Pian Upe Wildlife Reserve is het op een-na-grootste natuurreservaat in Oeganda. De regering wil er in de toekomst een nationaal park van maken, omdat er heel veel ruimte is voor herintroductie van wild. Veel van het oorspronkelijke wild verdween of werd uitgemoord in de afgelopen decennia. Voor die tijd kwamen er grote aantallen leeuwen, olifanten, giraffes en zelfs zwarte neushoorns voor. In 1995 kwam het bericht dat de laatste giraffe was gestroopt.
Vanuit het restcamp meld ik me bij de entree. Daar staat een parkwachter voor een hok. Gek genoeg is de entree gelegen aan de doorgaande weg richting Muyembe. Omdat ik als doorgaand verkeer wordt beschouwd, hoef ik geen 35 dollar entree te betalen. ‘De uitgang is over 13 km bij de rivier. Pas wel goed op, want het is erg glad door de regen.’
Het gevoel dat ik in een natuurreservaat rijd en dus eigenlijk op safari ben, krijg ik niet. Ik rijd tegen een grote stroom vrouwen in die net van hun werk komen en op weg zijn naar huis. Of dit dan de plek is om op grote schaal groot wild te herintroduceren?
Na 13 km passeer ik de grens van Pian Upe en arriveer op de passantenmarkt in Tabagonyi. Onder luid gejuich parkeer ik mijn scooter bij de marktkraampjes. De verkoopsters klagen zoals te doen gebruikelijk over een gebrek aan klandizie. Het is heel gezellig, maar ik kan er niet te lang blijven. De duisternis is aanstaande. Dat maakt me heel nerveus. Helemaal gelet op de miserabele toestand van de weg…
Oeganda heeft ons hart meer dan eens gestolen en wat ons betreft is het een reisbestemming die bij elke wereldreiziger op de bucketlist thuis hoort. Ontdek waarom Oeganda de parel van Afrika wordt genoemd.
Een reis door Oeganda zal er één zijn om nooit meer te vergeten. Spot de tree-climbing-lions, ontmoet duizenden olifanten, sta oog in oog met Berggorilla's in de jungle en maak kennis met de prachtige cultuur.
Plan hier je vakantie naar Afrika
- Rondreizen vergelijken + offertes opvragen doe je bij Afrikaplus, Riksjatravel en Sawadee.
- E-Sims met gratis 1 GB regel je bij Airalo.
- Vliegtickets voor Afrika boek je via Skyscanner.
- Hotels en Lodges in Afrika boek je bij Booking.com.
- Huurauto’s vergelijken doe je bij Sunnycars en Rentcars.
- Tours en activiteiten in Afrika boek je via GetYourGuide.
- Reisartikelen zoals koffers, tassen en meer koop je bij Bol.com.
- Parkeren bij het vliegveld regel je via Parkos.