We (Cor en Grietje van NoFear Reizen), zijn met onze Toyota Hilux 4×4 camper op reis in Afrika. Het Afrikaanse continent is het mekka voor ‘overlanden‘ met veel uitdagende routes en prachtige bestemmingen. Het eerste Afrikaanse land dat we tijdens onze reis naar Zuid-Afrika aandoen is Marokko, waar we de Toubkal berg (4167 m) willen beklimmen. In dit artikel vertellen we je er alles over.
Over Toubkal
De Toubkal is een bergtop in zuidwestelijk Marokko. Met een hoogte van 4167 m is het de hoogste berg van het Atlasgebergte en van Marokko. Tevens vormt dit gebergte het hoogste punt in Noord-Afrika en de Arabische wereld. De berg ligt 63 km ten zuidoosten van de stad Marrakesh, in het Nationale Park Toubkal.
Op naar het Atlasgebergte
Vanaf de Marokkaanse westkust rijden we ten zuiden van Marrakesh richting de bergen. Vanaf het droge landschap, wat een beetje woestijnachtige trekjes aanneemt, doemt het
Atlasgebergte op. Prachtige toppen in vele verschillende tinten komen steeds dichterbij.
Het wordt al laat dus we zoeken een plekje voor de nacht. We hebben gelezen dat in een mini-gehuchtje een auberge is waar je kunt eten en op hun erf kunt overnachten. Dat lijkt ons een mooie plek.
Bij aankomst in het dorpje kunnen we de auberge in eerste instantie niet vinden. Maar onze zoekende houding wordt opgemerkt door een dorpsbewoner die ons naar de auberge leidt. Het is niet ver meer, maar de smalle straatjes en scherpe bochten in combinatie met steile hellingen maakt de bereikbaarheid een uitdaging. We adviseren dan ook deze accommodatie met vervoermiddelen groter dan 6 meter, niet op te zoeken.
De auberge
In de auberge is niemand aanwezig, maar we worden rondgeleid door de dorpsbewoner. Er is een wc en een douche, dat is fijn! Later blijkt dat de douche geen water geeft en voor het hurktoilet wordt verwacht dat je je eigen papier meeneemt. Gelukkig zijn we wel wat gewend. De dorpsbewoner vraagt of we willen eten.
Langzamerhand beginnen we te beseffen dat hij meer is dan alleen iemand die ons de weg wijst. Communicatie is erg moeilijk, daar zijn Frans nog slechter is dan dat van ons. Maar het voorstel van het eten lijkt ons een goede. We maken een afspraak om om zeven uur aan te schuiven. We gaan in een kamertje zitten waar hij een lekkere tajine serveert. Het nationale gerecht, deze keer met kip. De man blijkt dus ook de kok én ober te zijn… De eigenaresse van de auberge hebben we nog steeds niet gezien.
Spelende kinderen
Dat kinderen graag de aandacht van toeristen zoeken was ons al langer duidelijk. Voor hen zijn we bijna vreemde wezens. Direct bij aankomst zien we wat verlegen koppies door de bosjes gluren. Ze zijn nieuwsgierig naar ons. Het is een leuk schouwspel om te zien hoe ze langzamerhand dichterbij komen.
Bij het zien van de lieve, vragende en nieuwsgierige gezichtjes is het moeilijk om ze geen snoepje of koekje te geven. We zwichten voor de druk en spenderen er een half pakje koekjes aan. En dan….een boze buurman steekt z’n hoofd om de hoek en de kinderen maken dat ze weg komen. Ze hebben geleerd om toeristen niet lastig te vallen, maar deze keer was de uitdaging te groot voor hen. ’s Avonds en de volgende ochtend herhalen ze het spelletje weer maar wij hebben inmiddels geleerd om er niet meer in mee te gaan.
Vertrek zonder betalen
Na ons yoghurt-ontbijtje is het tijd om onze reis richting de Toubkal voort te zetten. Maar er is niemand te bekennen rondom de auberge. We willen onze overnachting, het diner en fooi voor de goede zorg betalen…maar aan wie? Er is niemand. En zomaar een bedrag ergens neerleggen voelt ook niet goed. Nadat we alle deuren hadden open getrokken, overal hadden rond-geroepen, gewacht en nog even gewacht besluiten we maar te vertrekken. In het dorp vragen we bij de diverse winkeltjes naar de dorpsbewoner of eventueel de eigenaresse, maar niemand die iets weet. Met een vreemd, ontevreden gevoel verlaten we het dorp.
Door naar Oukaimeden
Omdat we het toeristische Imlil willen vermijden -wat eigenlijk het startpunt voor een wandeling naar de Toubkal is- rijden we naar Oukaimeden (2650 m). We hebben gelezen dat daar ook start- mogelijkheden zijn. We zijn op zoek naar een gids. Het samen met een gids de Toubkal beklimmen is verplicht, ondermeer omdat er twee Scandinavische meisjes in het gebied zijn omgebracht.
Op zoek naar een gids
We lopen een willekeurig restaurant binnen die er enigszins westers uitziet en we vragen de eigenaar naar een gids. Hij loopt naar buiten en vraagt één van de “mannetjes” op straat. Het duurt niet lang of het gaat als een lopend vuurtje rond dat er toeristen zijn die een gids zoeken. Er wordt gebeld en op brommertjes heen en weer gereden. Dan komt er iemand naar ons toe om te vertellen dat hij wel iemand weet, maar deze persoon spreekt geen Engels.
De betreffende man wordt opgetrommeld en uit z’n dagelijkse berber-leven gehaald. We kunnen moeilijk met hem communiceren, maar het lukt toch om afspraken over de route te maken. We gaan 5 dagen op pad, morgenvroeg te beginnen. Er gaat ook nog een drager met paard mee. Door deze luxe hoeven we zelf onze bagage niet te dragen. Mustafa spreekt alleen Berbers met een vleugje Frans en Engels. Samen met onze “handen en voeten” komen we er wel uit.
Moskee
Dan moeten we nog een veilig plekje voor de camper vinden voor een dag of 5. Daar weet hij wel iemand voor. We parkeren de camper op het erf bij iemands huis. Even later komen we erachter wat onze buren zijn. De moskee… Dat is verder niet zo erg, maar de beste moslims hebben de gewoonte om vijf keer per dag op te roepen tot gebed.
Nou, als je dan naast zo’n moskee overnacht, sta je ’s morgens om 5.30 uur rechtop in je bed. Gelukkig moeten we toch om 7 uur klaar staan voor de wandeling.
Het beklimmen van de Toubkal Berg
De eerste wandeldag
We lopen de eerste dag samen met de gids Moustafa en de drager Omar met z’n paard, de bergen in en beginnen aan een lichte klim naar een col. Vanuit hier hebben we een fantastisch uitzicht. We maken foto’s en genieten maximaal. De communicatie met Mustafa en Omar verloopt wat moeizaam maar het blijken vriendelijke mannen die in ieder geval erg hun best doen om verstaanbaar te zijn.
Na de col passeren we een gehuchtje met de naam Tamguist, waar we in het enige plaatselijke restaurant een tajine eten.
Dan gaan verder door het berberdorpje en zien de woon- en leefomstandigheden van de bewoners. Voor westerse begrippen is het allemaal enorm armoedig en achtergesteld, maar wij hebben de sterke indruk dat de mensen het erg naar hun zin hebben.
We klimmen verder naar de volgende col en zien aan de andere kant Imlil liggen. Al dalende bereiken we wat nederzettingen net buiten het dorp. Hier passeren we vele gite’s, auberges en hotelletjes. Je kunt aan alles zien dat het hier toeristisch is. Vele toeristenbusjes met een dagtour vanuit Marrakesh staan langs de straat geparkeerd. We lopen door de hoofdstraat en worden regelmatig door verkopers van allerlei waren aangesproken. Nou zijn we dat wel gewend, maar je merkt dat het hier toch wat onvriendelijker is.
Ons overnachtings-adres is gelukkig ver buiten Imlil bij een kleine gezellige gite. Nadat we onze kamer betreden, ploffen we languit op bed en genieten even van de rust. Na 20 kilometer en 2100 m klim- en daalmeters hebben we die rust wel verdient.
Van Imlil naar refuge les Mouflons
Na een heerlijk Marokkaans ontbijtje (met amandelkaas, pindakaas gemaakt van amandelen) vertrekken we in de richting van de refuge les Mouflons, het vertrekpunt voor de klim naar de top.
Al snel volgt een politiecontrole. De gids moet middels zijn kaartje laten zien dat hij gerechtigd is en wij moeten onze paspoorten laten zien. Na deze controle komen we steeds meer wandelaars tegen. En porters met paarden en ezels, er worden heel wat spullen heen en weer gesjouwd.
Het pad stijgt langzaam maar zeker door. We ervaren het niet als een zware wandeling, alhoewel de stijging toch zo’n 1400 meter is. Onderweg passeren we een ploeg harde werkers die het pad egaliseren, dikke stenen aan de kant leggen en de boel aanharken. Zware klus, petje af!
Zonsopgang op de Toubkal
De refuge les Mouflons (3207 m) blijkt een moderne, luxe berghut te zijn. Er is keus uit slaapzalen en zelfs privekamers. Ontbijt, lunch en diner wordt verzorgd door vriendelijke medewerkers.
Met onze gids spreken we af de volgende dag vroeg te vertrekken, half vier. We lopen dan in het donker naar de top en kunnen de zonsopgang bewonderen. We gaan vroeg op bed om morgen weer vroeg op te staan.
Het laatste stukje
Als de wekker om drie uur gaat is er al wat gestommel in de hut. Er zijn meerdere mensen die op dit uur kennelijk de Toubkal willen beklimmen. Behalve een paar noodlampjes is er in de hut geen verlichting. Stroombesparing! Gelukkig, hebben we onze hoofdlampjes mee die we straks bij de klim hard nodig zullen hebben.
Na een eenvoudig ontbijtje ontmoeten we Mustafa en gaan we de donkere nacht in. Met de hoofdlampjes kunnen we in ieder geval goed zien waar we onze voeten moeten neerzetten. Het steile pad blijkt minder eenvoudig dan de klim van gisteren. Losse stenen rollen regelmatig onder onze voeten. Na zo’n tweeënhalf uur klimmen komt er voorzichtig wat licht achter de bergtoppen vandaan. Nog even doorzetten.
We zijn van te voren op de hoogte gesteld van hoogteziekte en uiteraard de ijle lucht zodra je hoger komt. Maar het valt alleszins mee, hooguit een versnelde ademhaling, maar dat kan ook komen door de inspanning.
Bij het bereiken van de top gaat er een adrenalinestoot door ons heen: WE HEBBEN HET GEHAALD!
We zetten onze camera klaar en nu is het wachten op het magische moment, het moment dat de zon weer een nieuwe dag inluidt. In ons enthousiasme maken we vele foto’s.
Vliegtuigcrash
Nadat we bekomen zijn van de prachtige ervaring is het tijd om de afdaling in te zetten. Verreweg de meeste meeste mensen nemen hetzelfde pad naar beneden. Maar Mustafa, onze gids heeft al lang in de gaten dat wij liever van de gebaande paden afgaan en wel in zijn voor een avontuurtje, daarom nemen we een alternatieve route. Na een klein half uurtje komen we dicht bij een iets lager gelegen bergtopje. Mustafa neemt ons mee naar boven en wat we daar zien doet ons enorm verbazen. Boven op de scherpe bergtop ligt een vliegtuigmotor.
Totaal verwrongen aluminium, maar duidelijk zichtbaar wat het was. Langzamerhand wordt het verhaal van een vliegtuigcrash ons duidelijk. Hier is een enorm ongeluk gebeurt. Mustafa probeert ons uit te leggen wat hier allemaal gebeurt is. Maar dat gaat best ingewikkeld als je elkaar moeilijk verstaat.
Later zijn we erachter gekomen dat hier in november ’69 een vier-motorig propellor vliegtuig is neergestort. In eerste instantie wist men alleen dat het vliegtuig van de radar was verdwenen, maar onvindbaar was. Pas in juli ’70 hebben bergbeklimmers de wrakstukken in het onherbergzame gebied gevonden.
Het militaire vliegtuig was onderweg van het Portugese Faro naar Sao Tombe en vervoerde munitie en acht personen. De wrakstukken liggen over een enorm gebied verspreid daar de klap tegen de bergtop het vliegtuig in tweeën brak en de wrakstukken aan beide zijden naar beneden vielen. Op onze daling naar beneden komen we nog veel meer wrakstukken tegen waaronder een tweede motor.
Lugubere vondst
Vier van de acht lichamen zijn geborgen en ter plaatse begraven. Wat er met de andere vier is gebeurt…onvindbaar? Begraven in de bergen betekent de lichamen met een paar grote stenen bedekken. Geen naambordje, verder niets. Nu konden wij dik 50 jaar na dato de menselijke resten van de omgekomen personen tussen de stenen door zien. Ook delen van niet vergane kledingstukken waren zichtbaar. Een lugubere vondst.
Het laatste stuk terug onderweg naar de refuge hebben we nodig gehad om één en ander te verwerken.
Terug naar Imlil
In de refuge drinken we een kop thee, pakken onze tassen en vertrekken voor de daling van 1400 meter terug naar Imlil. Alleen dalen lijkt een makkie, maar dat is een inschattingsfout die wij steeds vaker ervaren. Uiteindelijk hebben we deze dag vanaf 4 uur in de ochtend zo’n 1100 meter gestegen en 2400 gedaald. Als een zak zout ploften we op onze bedjes in de gite waar we de eerste nacht ook al verbleven.
De vierde dag
De volgende dag vertrekken Mustafa, Omar, het paard en wij voor een tocht van zo’n 13 kilometer om twee colletjes te bedwingen. Het is weer een route ver van de gebaande paden waar we genieten van de bergachtige omgeving en een aantal berber-dorpjes passeren.
Door wat langer, zo dicht bij de berberbevolking te bivakkeren geeft ons een fantastisch inzicht hun leven. De dorpjes zien er aan de buitenkant absoluut armoedig en prehistorisch uit. Veel rommel, geen geplaveide straatjes, onafgebouwde bouwsels die alleen maar vierkant zijn, zomaar wat dingen je tegenkomt. (Van enige ronde vorm is geen sprake)
Maar als binnenkomt is het soms verrassend modern.
Op naar gite Gliz
Dan stijgen we verder naar de volgende col, terwijl het begint te onweren. We trekken onze regenjassen aan en vervolgen onze weg. Over de col veranderd het landschap in rode steen met grotere bomen. Aan de overzijde van het dal zien we een nederzettinkje waar onze gite ook is gevestigd. Het laatste stukje moeten we even stevig klimmen om het te bereiken.
Bij aankomst worden we direct naar de kamer verwezen en verbazen ons over de luxe. Een ruime douche, wc papier, handdoeken en een opgemaakt bed zijn zo de bijzonderheden.
Na een verfrissende douche gaan we lunchen en krijgen salade met gebakken ei. Op het balkon hebben we een fantastisch uitzicht. We genieten van de onweersluchten zo tegen de bergtoppen.
Later tijdens het diner worden we weer getrakteerd op een prachtige zonsondergang en kunnen het niet laten om nog een paar foto’s te schieten.
De laatste dag
We krijgen een heerlijk ontbijtje voorgeschoteld en rekenen af met Hassan, de hoteleigenaar. In het overnachtingsregister zien we dat de laatste gasten hier in juni zijn geweest. En daarvoor nog gasten in begin 2020, vóór corona. Hoe is het mogelijk dat zo’n mooie accommodatie geen grotere bezetting heeft? Nou, later realiseren we ons hoe afgelegen deze huizen zijn gebouwd. Dit vindt niemand! Behalve wandelen is er eigenlijk niks te doen.
We vertrekken om 9 uur via de enige toegangsweg. We moeten zo’n 600 meter stijgen en de weg is voor wandelaars makkelijk te belopen. Verder kunnen er alleen maar 4×4 voertuigen over. Van een taxi of bus is al helemaal geen sprake. De bewoners zijn dus aangewezen op een paard of ezel. We realiseren ons nogmaals hoe afgelegen het dorpje is gelegen en wat dat voor de bewoners betekent.
We stappen door en komen op de col waar we een prachtig overzicht over de omgeving hebben. Hier zien we dat een bergtop naast de Toubkal besneeuwd is. De eerste sneeuw van het seizoen. Hier heeft dus gisteren tijdens het onweer een wolk de eerste sneeuw achtergelaten. Het is ver weg, maar het lukt om er en plaatje van te schieten.
Dan gaan we verder naar de camper, maar onderweg worden we nog uitgenodigd voor een traditionele thee bij een vriend van Mustafa.
Hier gaan we even naar het toilet. Een super klein hokje, met een gat in de grond. Erg primitief, maar leuk om mee te maken. Na de thee met koekjes, oliebollen, brood, olijfolie en honing gaan we naar de camper. Als klap op de vuurpijl nodigt Mustafa ons nog uit om ’s avonds bij hem te komen eten.
Eten bij een berber familie
We hebben geen idee hoe Mustafa woont, maar hij wees ‘s middags in de richting van het dorp waar de meest traditionele bouwsels staan. Om zeven uur haalt hij ons op en lopen we naar z’n huis. Hij laat met trots z’n bezittingen zien. Een bouwsel met scheve muren en een toegangsdeur van een zinken dakplaat die verklapt dat we niet te maken hebben met architectuur.
We komen binnen in het deel waar ook de 20 geiten en een toompje kippen hun nachtverblijf hebben en maken kennis met de 18-jarige zoon die de hele dag met de geiten in de bergen heeft doorgebracht.
Dan gaan we nog een piepklein deurtje door en komen in de keuken waar de vriendelijke vrouw van Mustafa de kleine ruimte vult. Dan door naar de kamer die tevens slaapkamer is. Het betonnen hokje van 3×4 bedekt met een aantal vloerkleden en kussens. Geen stoelen, alleen een klein tafeltje. Er is geen elektrische verlichting in de ruimte en het beetje licht komt van een gasvlam.
Lees ook: Reisroute Marokko in 2, 3 of 4 weken | Alle must-sees en reistips
We settelen ons op de kleden rondom het tafeltje en krijgen direct thee. Volgens traditie vergezeld van vele koekjes en zoetigheden. We kunnen met Mustafa een beetje communiceren maar met de zoon en de vrouw helemaal niet. Zij spreken enkel Berbers.
Na de thee worden we verrast met een schaal vol couscous, groenten en geitenvlees. Voor ieder een lepel en zo heerlijk gezellig samen van de schaal eten.
Ondanks dat we met de zoon en vrouw niet kunnen communiceren is het toch gezellig en genieten we van een uniek moment met erg vriendelijke en lieve mensen.
Na de couscous krijgen we nog meloen en nemen we afscheid. Mustafa brengt ons door het pikkedonker terug naar de camper.