We vervolgen onze overland rondreis door Afrika in Botswana. We (Cor en Grietje van NoFear Reizen), reizen met onze Toyota Hilux 4×4 camper. Het Afrikaanse continent is het mekka voor ‘overlanden‘ met veel uitdagende routes en prachtige bestemmingen. Het eerste Afrikaanse land dat we tijdens onze reis naar Zuid-Afrika aandeden is Marokko, gevolgd door Mauritanië, Senegal, Mali, Guinee, Sierra Leone, Liberia, Ivoorkust en Ghana. Na een tussenstop in Nederland vervolgen we onze overland reis door Afrika. We reden door Togo, Benin, Nigeria, Kameroen, Gabon, Congo-Brazzaville, Angola en Zambia.
Inmiddels zijn we aangekomen in het buurland van Zambia. In dit artikel lees je hoe we het overlanden in Botswana ervaren hebben. Zoals je van ons gewend bent, begin je ook nu weer met het kijken van de video.
Over Botswana
Overlanden in Botswana. Het is na Zambia ons tweede Afrikaanse land zonder zeegrenzen op onze overlandreis. Botswana is ondermeer groot in diamant maar ook goud, zwavel en steenkool leveren een bijdrage aan de economie. Tevens doet toerisme een flinke duit in het zakje van het land met slechts 2 miljoen inwoners. Botswana is ongeveer 14 x zo groot als Nederland.
Zo zijn de Okavanga delta, Chobe National Park en de Kalahariwoestijn fantastische natuurwonderen en trekken veel belangstellenden.
Lees ook: Chobe National Park | Tips voor het olifanten paradijs in Botswana
In de recente geschiedenis hebben, in het stabiel democratische land, gelukkig geen oorlogen plaatsgevonden. Tot 1966 was het land een prectoraat (lichte vorm van kolonie) van Groot Brittannië en heette daarvoor Bechuanaland (Beetsjoeanaland in het Nederlands). Wij komen het land binnen via de slechts 157! meter tellende grens met Zambia in het noorden.
Overlanden in Botswana
1. Grensovergang Zambia – Botswana
De machtige Zambezi rivier vormt de grens tussen Botswana met Namibië en dus een klein stukje Zambia.
Een moderne brug verbindt de landen.
Aan de overkant bevindt zich een enorm groot modern gebouw waar de formaliteiten van beide landen kunnen worden gedaan. Lekker makkelijk en snel!
Naast de bekende stempels in paspoorten en Carnet de Passage betalen we wegenbelasting en een autoverzekering voor redelijke bedragen.
Dan gaat de laatste slagboom open en bevinden we ons in het 20ste Afrikaanse land op deze tour. Opnieuw spannend!
2. Kasane
Vrijwel direct over de grens bevindt zich Kasane, een dorpje wat oorspronkelijk niet zo veel te bieden had. Maar de enorme populariteit van het naastgelegen Chobe Nationale Park heeft van het dorp een bruisende toeristische trekpleister gemaakt.
Vele -vaak best dure- lodges en hotels bevinden zich langs de Chobe rivier. En alle accommodaties bieden safari’s per boot of jeep door het gebied aan. De meeste dorpelingen zijn op de één of andere manier bij het toerisme betrokken en verdienen er een boterham mee.
Wij verblijven op een bij een lodge behorende camping voor zo’n 20 euro per nacht. Best betaalbaar, als je bedenkt dat je ook gebruik van de faciliteiten van de (luxe) lodges mag maken, waaronder een heerlijk verkoelend zwembad. Tijdens ons verblijf -wat in het laagseizoen is- zijn de lodges en campings nog behoorlijk bezet, voornamelijk met Zuid-Afrikanen en internationale vliegtoeristen die er voor een aantal weken een
3. Chobe National Park, per boot
We gebruiken Kasane als startpunt om het Chobe National Park te ontdekken. Er zijn eigenlijk drie manieren om dit te doen…een bootcruise, een jeepsafari of zelf met je eigen (of huur) 4wd auto door het park rijden.
In eerste instantie boeken we een boottocht, maar dan niet via een hotel of touroperator. Echt te gek, hoeveel marge ze er bij op gooien. Nee, gewoon naar de haven en even rondvragen bij een paar locals. We zien de dieren en vele vogels vanaf het water en dat betekent dat we veel dichter bij kunnen komen. De meeste dieren zien je minder als gevaar vanaf het water. Een fantastische ervaring. Tijdens de drie uur durende boottocht, welke zich eigenlijk afspeelt op paar vierkante kilometer zien we vele nijlpaarden, olifanten, krokodillen, buffels, impala’s, visarenden en nog vele, vele andere vogelsoorten. We genieten volop.
4. Chobe National Parc, algemeen
Chobe NP is gelegen in het noorden van Botswana. Met een oppervlakte van 11.700 km2 is het immense park zo groot als zo’n 3 Nederlandse provincies. Vooral bekend om z’n enorme populatie olifanten, maar ook vele andere soorten zoogdieren en vogels hebben er een leefgebied. Een park met geweldige afwisseling tussen drogere savanne en nattere gebieden.
De noordzijde van het park wordt begrensd door de Chobe rivier en heeft daarom, zeker in het droge seizoen, een enorme aantrekkingskracht op de grote wildstand.
Maar ook zuidelijker rondom het Savuti-gebied wemelt het van de meest prachtige dieren.
5. Chobe National Parc, zuidelijker
Om de zuidelijker regionen van het park te ontdekken pakken we onze camper, zigzaggend over talloze paadjes op zoek naar wildlife. Nou, dat blijkt niet zo moeilijk.
We rijden eerst parallel langs de Chobe rivier en zien ontzettend veel dieren. We maken veel foto’s, maar eerlijk is eerlijk…als je zoveel wildlife ziet kijk je niet meer op van een olifant meer of minder.
Dan wordt je op een gegeven moment specifieker, dan wil je de dieren in een speciale setting fotograferen. En zo zien we iedere dag wel weer wat nieuws. Tegen het eind van de middag wordt de lucht gitzwart. Een dikke onweersbui valt uit de lucht. In een mum van tijd worden de paden zeer uitdagend. En ook de wild kampeerplek die we op het oog hadden staat volledig blank. Gelukkig vinden we later een hoger gelegen plekje waar we de nacht doorbrengen. Onwillekeurig kijken we toch wat vaker om ons heen of er geen leeuwen in de buurt zijn. Als het donker wordt gaan we snel naar binnen.
6. Moremi Game Reserve
Ten zuiden van Chobe NP en ten noorden van het stadje Maun ligt het Moremi Game Reserve.
Noodgedwongen overnachten we op een camping in het gebied. We zijn te laat om de uitgang nog te bereiken en kunnen niet anders dan ruim 80 euro exclusief park entree gelden neer te leggen voor een nachtje op een niet-omheinde camping. ‘s Nachts horen we de geluiden van grazende nijlpaarden en brullende leeuwen om ons heen, dat maakt het wel speciaal.
In het park kunnen we een aantal gammele bruggen passeren en staan we opeens voor een rivier doorwading. Dat gebeurt ons wel vaker maar precies op de plek van de doorwading zwemmen drie krokodillen. Even de ondergrond van de rivier inspecteren is er dus niet bij… en wat als we midden in vastlopen…?
Direct naast de doorwading liggen de resten van een olifant, dat wil zeggen het karkas en een dikke huid. Waarschijnlijk aangevallen door meerdere leeuwen tijdens het drinken. We besluiten om toch maar om te rijden en een gammele brug te nemen. Met succes!
7. Leeuwen
Zebra’s, giraffen en olifanten zijn hier plenty, niet zo moeilijk te vinden. Maar leeuwen en luipaarden, dat is een ander verhaal. Geluk en geduld moet je hebben.
Zo misten we al leeuwen in South Luangwa NP in Zambia en in Chobe NP, terwijl ze er wel moesten zijn. Maar we blijven rustig, onze tijd komt wel.
En ja hoor, nietsvermoedend toeren we door het Moremi Game Reserve terwijl Grietje opeens rechts van haar oog in oog komt met een roedel leeuwen. Eerst super spannend, maar als de leeuwen rustig onder de boom blijven liggen, kunnen we veilig vanuit de auto wat foto’s maken. Ze zijn met z’n twaalven, wow, in één keer twaalf.
Ze hebben duidelijk last van de warmte, ze hijgen en strekken hun gespierde lichamen nog eens languit. Twee kauwen er nog op bebloede botten, waarschijnlijk een prooi van afgelopen nacht.
8. Mokoro kanotocht
Onderweg naar Maun overnachten we halverwege op een camping. Hier informeren we naar de Mokoro kanotochten welke in de naastgelegen Okavango delta worden georganiseerd. Een Mokoro is een uit een boomstam gehakte kano uit één stuk. Hij wordt voort gedrukt door een “poler” met een boom. Zo doen ze dat in Venetië ook. Alleen de setting is hier iets anders…. Je schuift langzaam door het water van de prachtige delta, een waterrijk gebied zo groot als half Nederland. Onderweg heb je grote kans om wildlife te spotten. Er is genoeg!
In plaats van een vreselijk overprijsde safaritour van € 200,00 per persoon te boeken via de camping en een touroperator besluiten we zelf het gebied in te gaan. Na een uurtje hobbelen over echte 4×4 wegen bereiken we het dorpje Morutsa, midden in de delta.
Bij aankomst komt er direct een dorpeling op ons af. Hij loopt naar de “bel” en geeft er en enorme klap op. De bel is een oude velg hangend aan een boom waar hij met een ijzeren staaf op slaat.
Vanuit alle hoeken komen er mannen en vrouwen uit het dorpje aangelopen.
Zij zijn de gidsen/polers die toeristen een rondleiding door het gebied geven. Via een systeem -waar we de exacte werking niet hebben kunnen achterhalen- wordt er één poler aangewezen die onze gids is. De rest druipt af.
We betalen omgerekend € 40,00 voor ons tweeën. Heel wat anders dan de touroperators in Maun vragen. Zo’n 10 x zo duur…oh ja, je krijgt dan wel een lunchpakketje mee.
De tour zelf is met de vriendelijk aangewezen gids een heerlijk relaxte tocht door de wateren van de unieke Okavango delta, al hadden we het wel vreselijk warm. Tegen de 40 graden in de volle zon op het water zonder een zuchtje wind. Voor achtergronden over de prachtige Okavango delta klik hier. (Wikipedia)
We kunnen overnachten naast de woning van de gids, nou ja woning…hij verblijft in een tentje en wacht er dagelijks op toeristen. Zijn laatste rondleiding is inmiddels alweer 14 dagen geleden. ‘s Avonds komt hij bij ons zitten voor een gezellig praatje. Hij vertelt over z’n leven. Hij heeft een vrouw, twee kinderen en een moeder in Maun die hij moet onderhouden. Morgen gaat hij naar Maun om een paar schoenen voor één van z’n kinderen te kopen. Dit kind gaat voor het eerst naar school en met de verdienste van onze tour moet een paar nieuwe schoenen er wel in zitten.
9. Makgadikgadi National Park
De Makgadikgadi Pans zijn overblijfselen van binnenlandse, zoute meren welke zo’n 10 tot 20 duizend jaar geleden zijn opgedroogd. Wat overblijft zijn eindeloze vlakten van een soort zout leem, soms schaars begroeit met grassen. De bodem houdt deels water vast maar dat kun je moeilijk zien. Zo ver het oog reikt, aan alle kanten, niets. Voordat we het park bezoeken worden we van alle kanten gewaarschuwd voor de gevaren van de op drijfzand lijkende bodem. Tenminste als het nat is. Bij droogte is het zo hard als beton.
Talloze verhalen van mensen die hun wegzakkende overlander voertuig hebben moeten achterlaten zijn bekend.
We wilden ondermeer Kubu Island bezoeken, een eiland midden in zo’n “pan”. Maar niemand kon ons van te voren vertellen hoe de situatie was, dus gaan we het maar proberen. Maar aangekomen bij de pan besluiten we het risico niet te nemen.
Op de terugweg ontmoeten we twee Zuid-Afrikaanse vehikels met mensen die wel wilden gaan. We kunnen met ze mee in konvooi, dat lijkt veel veiliger. Dan komen we echter een andere auto tegen met mannen die zojuist terugkomen van het eiland en ons sterk afraden er heen te gaan. Wij besluiten hun advies op te volgen en moeten het doen met de internetfoto’s van de prachtige baobabs die er groeien.
Rondom de pannen is het overigens een geweldige omgeving om rond te zwerven. Er is veel wild en de uitzichten zijn oneindig.
10. Kalahari woestijn
Eerlijk is eerlijk, nadat we een bezoek brachten aan de Kalahari woestijn en weer terug in een gebied met internetbereik waren hebben we eerst opgezocht wat nu exact de betekenis van “woestijn” is. Het stereotype woestijn wat wij kennen van de tijd dat wij door Mauritanië in de Sahara reisden is op de Kalahari niet van toepassing. Eigenlijk is de enige overeenkomst van de diverse soorten woestijnen dat er in een groot gebied niet meer dan 200 mm regen per jaar valt. Het zegt dus niets over temperatuur of bodemgesteldheid. Voor wie meer wil weten, kijk maar eens op Wikipedia.
Het deel wat wij van de Kalahari woestijn bezochten ligt centraal in Botswana, terwijl het hele gebied zich eigenlijk over 5 landen (deels) verdeeld.
Het centrale deel bestaat voor verreweg het grootste deel uit zand en lage dichte begroeiing. Zeer dichte begroeiing kun je wel zeggen. Het was ronduit uitdagend om hier door te rijden. De paadjes die veelal uit diep zand bestaan, zorgen ervoor dat we onze bandendruk moesten verlagen. En met de zeer nauwe paadjes met scherpe harde begroeiing ging het krassen langs de camper ons soms door merg en been. Dan is 220 kilometer een heel eind bij een gemiddelde snelheid van zo’n 20 km/u met weinig uitzicht.
Gelukkig worden we zo nu en dan afgeleid door de lagere “pannen” in het gebied. Hier komt het wildlife tot leven. Enorme kuddes impala’s, gemsbokken en wildebeesten voeden zich op deze plekken, terwijl ze op hun hoede zijn voor het gevaar wat er langs de randen op de loer ligt.
Aan vogels geen gebrek.
Bij de ingang van het park moet je je registeren en kun je een camping boeken voor het aantal nachten dat je wilt verblijven. Er zijn twee soorten campings. Een deel wordt beheert door de overheid en kosten een paar euro per nacht. Een ander deel wordt uitgebuit door een commerciële organisatie welke zeker tien keer zoveel vraagt. Beide soorten campingplaatsen bieden eigenlijk niets anders dan een nacht midden in het park onder een fantastische sterrenhemel zonder enige lichtvervuiling. Alleen, want de volgende campingplaats is kilometers verderop.
Voorzieningen op de plekken zijn waardeloos, omvatten bucketshowers zonder bucket, en pit toiletten die zo vies zijn dat je toch maar een fijn plekje in de natuur zoekt.
Afijn, voor een bezoek aan het Kalahari National Park moet je wel avontuurlijk zijn ingesteld.
Je krijgt daar een uniek afgelegen verblijf temidden van oneindige ongerepte natuur voor terug.
Voordat we Botswana verlaten trakteren we ons zelf op een etentje bij de leuke camping/lodge waar we onze laatste nacht in het land doorbrengen voordat we naar Namibië vertrekken.
Op het menu, eland kebab, kudupotje, zebraburger en gemsbok steak. We laten het ons heerlijk smaken.
Conclusie Botswana
Botswana is ondermeer bekend als het land van de olifanten. Maar je doet het land tekort om alleen de olifanten te noemen. Wildlife in z’n geheel is er prachtig. Wij zitten nog steeds met flashbacks uit West-Afrika en dan kun je zeker zeggen dat het een makkelijk bereisbaar land is. Toerisme is in het land gewoon, een deel van de bevolking leeft er van. Dat betekent wel dat het moeilijker wordt om echt oprecht in contact met locals te komen omdat ze je sneller als inkomstenbron zien. Toch kregen we in het dorpje Rakops een leuk inkijkje in het leven van de Botswaan. Schrijnende armoede hebben we eigenlijk niet gezien. Veel middenklassers die het ogenschijnlijk best naar de zin hebben.
We zagen verschillende natuurreservaten, al dan niet uitgeroepen tot National Park.
Sommige (Chobe) erg toeristisch, andere erg avontuurlijk (Kalahari), maar we hebben er enorm genoten.
Voor overlanders is Botswana een niet te missen land en voor andere toeristen een prachtige bestemming al dan niet in combinatie met omliggende landen.
Laat je verrassen door het contrast tussen de grootsheid van de Victoria watervallen en de droogte van de Kalahari, waar woestijnolifanten en spiesbokken elk op hun eigen manier overleven.
- Nergens ter wereld zoveel olifanten
- Voormalig Engelse kolonie (dus men spreekt Engels)
- Ongelofelijk veel wildlife
- Unieke ervaring