Overlanden in Angola. We (Cor en Grietje van NoFear Reizen), reizen met onze Toyota Hilux 4×4 camper door Afrika. Het Afrikaanse continent is het mekka voor ‘overlanden‘ met veel uitdagende routes en prachtige bestemmingen. Het eerste Afrikaanse land dat we tijdens onze reis naar Zuid-Afrika aandeden is Marokko, gevolgd door Mauritanië, Senegal, Guinee, Sierra Leone, Liberia, Ivoorkust en Ghana. Na een tussenstop in Nederland vervolgen we onze overland reis door Afrika. We reden door Togo, Benin, Nigeria, Kameroen, Gabon en Congo-Brazzaville en momenteel zijn we in Angola.
In dit artikel lees je er alles over.
Zoals je van ons gewend bent, begin je ook nu weer met het kijken van de video.
Over Angola, na de burgeroorlog
In 1975 besloot Portugal zich uit Angola terug te trekken en daarop ontstond eigenlijk direct een burgeroorlog. Twee partijen -de één gesteund door de Sovjet-Unie, de ander door de USA- hebben elkaar 27 jaar lang bevochten. Anderhalf miljoen slachtoffers lieten het leven. Het land en z’n infrastructuur was totaal verwoest. Sinds 2002 krabbelt het land er weer boven op. Het geluk is dat ze enorm veel olie bezitten. Maar je hoort en ziet dat er van de welvaart, die daaruit voortvloeit wel erg eenzijdig wordt geprofiteerd.
Extreme rijkdom en extreme armoede liggen heel dicht bij elkaar.
Het land is zo’n 30x zo groot als Nederland en ongeveer dubbel zoveel inwoners. Lekker dunbevolkt dus. De meeste bezienswaardigheden liggen in het westen. Maar omdat wij na Angola, Zambia willen bezoeken, zullen we ook naar het oosten gaan.
Grensovergang Congo Brazzaville – Angola
Vanuit Congo Brazzaville hadden we graag Congo Kinshasa bezocht. Maar dat liep anders. Het wordt de overlander tijdens de reis, bijna onmogelijk gemaakt om de juiste papieren (visa) te krijgen om de grens over steken.
We besluiten een boottochtje vanuit de exclave Cabinda over de Atlantische Oceaan te maken en Congo Kinshasa te vergeten.
Cabinda is een olierijk stukje Angola ingeklemd tussen de beide Congo’s.
In de gelijknamige hoofdstad spreken we met de priester (Father Futti) op een katholiek missie terrein, waar we een paar nachten staan om te wachten op de overtocht.
Hij vertelt graag onafhankelijk van Angola te worden. “Ze halen onze olie en brengen niets terug”, vind hij.
Het Overlanden in Angola
Kakuakos camping site
Nadat Angolese wetten en procedures ons geduld tot het uiterste hadden getest konden we na 30 uur eindelijk het haventerrein van de hoofdstad Luanda verlaten.
Daarvoor hadden we al hevig moeten onderhandelen om mee te kunnen op de boot naar Luanda omdat ze zomaar het schema hadden omgegooid en we daarom niet naar noordelijker gelegen Soyo konden. In Afrika, in dit geval Angola, is vreselijk lang wachten de gewoonste zaak. Steeds wordt er weer een nieuwe tijd beloofd waarvan dan net zo vaak wordt afgeweken, zodat alles nog langer duurt, duurt en duurt…
That’s Africa!
Affijn, na het debacle van de overtocht arriveren we op camping Kakuakos, net ten noorden van Luanda. De eerste keer sinds november 2022 (Gambia) dat we in Afrika op een “echte” camping staan, simpelweg omdat ze in west Afrika niet bestaan.
De camping is één grote verassing. De eigenaar -een Angolees met een Portugese vader- is zelf een enthousiaste overlander. Hij heeft een goed betaalde baan bij oliemaatschappij Total, waarbij hij veel vrije tijd over houdt om te reizen en samen met zijn echtgenote de camping draaiende te houden.
De camping blijkt een uit de hand gelopen hobby te zijn. Alles is perfect geregeld. We krijgen direct bij aankomst een uitgebreide rondleiding.
Hij heeft ook nog een missie met dieren. Hij vangt soms dieren op, verzorgt ze en laat ze later weer los in de natuur. Zo laat hij ons een jonge krokodil en een arend met gebroken vleugel zien.
Dan zien we een rij overlander-auto’s staan. Wij dachten dat hij een groep gasten op bezoek had. Nee hoor, het bleek z’n eigen collectie 4×4 auto’s te zijn. Een stuk of 6!
Verder is het terrein ingericht met zitjes, barretjes en een heerlijk zwembad. Zelfs een kapsalon. Ook is er de mogelijkheid om kleine reparaties uit te voeren in mini-werkplaats. Om het geheel voor overlanders af te maken is er zelfs een winkeltje met overlandartikelen. Ze hebben wat hulp om alles netjes houden en de mensen zijn super vriendelijk. Terwijl de vrouw des huizes een heerlijke maaltijd bereidt, ons kokosnoten en papaya’s voorschotelt, vliegen de overland verhalen over tafel. Met z’n 30 jaar overlandervaring -waarbij hij uiteraard ontzettend veel landen bezocht- waren we één en al luisterend oor. Deze plek is een echte “must stay” voor iedere overlander!
Ons geplande bezoek van één nachtje werden drie!
Luanda
Luanda is de Angolese hoofdstad met zo’n 10 miljoen inwoners. Het meest opvallende is de enorme kloof tussen rijkdom en armoede. Hoge glimmende kantoortorens stijgen boven de horizon uit langs de luxe boulevard. Goedgeklede mensen rijden in luxe auto’s en de jachthaven ligt vol met dure speeltjes. Even verderop zien we een man -gekleed in lompen- een waterfles vullen in een gat waar water omhoog borrelt. In het trottoir is kennelijk een ondergrondse waterleiding gesprongen. Vele jonge kinderen slapen onder de brug en proberen een habbekrats te verdienen met het poetsen van de glimmende schoenen van een zakenman. De olie-industrie heeft hier veel rijkdom gebracht, maar lang niet iedereen is in staat hiervan te profiteren.
Quicama Nationaal Park
We snakken ernaar de stad weer te verlaten, de natuur in! Op weg naar het Quicama NP ten zuiden van Luanda krijgen we fantastische vergezichten over de kust voorgeschoteld.
De verhalen over het park zijn wat wisselend. Sommige reizigers laten het links liggen, mede om de 40 kilometer lange onverharde toegangsweg die doodloopt en je dus ook nog eens terug moet. De entreeprijs bedraagt een paar euro, daar hoef je het niet voor te laten.
De nationale parken in Angola zijn in de burgeroorlog verwoest. Veel dieren zijn gestroopt in nagenoeg wetteloze tijden. Quicama NP is op het moment het enige park welke weer functioneert.
Bij aankomst wordt ons vertelt dat we een uurtje moeten wachten, omdat de minimale groepsgrootte 10 personen is. Ze verwachten nog en groepje waarmee we samen op safari kunnen.
Het wachten is geen straf met een adembenemend uitzicht over de Kwanza vallei. De Kwanza rivier is de noordgrens van het park. De Angolese nationale munt is vernoemd naar deze rivier.
De safari is prachtig! Het is gewoon een leuke sport om wilde dieren te spotten. We zien impala’s, gnoes en zebra’s. Verder vele vogelsoorten. Er leven in het park ook giraffen en olifanten, maar deze hebben wij helaas niet kunnen spotten. Van het landschap om ons heen hebben we enorm genoten.
En weer verder…
Vanaf de kust gaan we dieper het binnenland in. We komen er achter dat de afstanden in zo’n groot land best aanzienlijk zijn. Maar iedere kilometer is fun!
De wegen zijn over het algemeen in orde, het verkeer gedisciplineerd. Met de enorme baobab bomen is het licht heuvelige landschap vaak sprookjesachtig. We passeren kleine nederzettingen waarvan de huizen vaak van leem of zinken dakplaten zijn opgebouwd. Heel enkel zien we stenen huizen, heel soms zelfs gestuct. Bij de lemen huizen is te zien dat ze meekleuren met de kleur van het zand in de omgeving. Soms geel/beige, dan weer dieprood.
De mensen zwaaien vriendelijk!
Muxima
Per ongeluk komen we in het dorpje Muxima. Onze aandacht wordt getrokken door de vele mensen op straat. Nieuwsgierig als we zijn parkeren we op het dorpsplein naast de kerk en vragen een politieman wat hier aan de hand is. Hij spreekt geen Engels, maar is zo vriendelijk, op zoek te gaan naar een Engels sprekende dorpsbewoner. Deze man vindt het leuk ons even rond te leiden.
Het dorp blijkt een pelgrimsoord. Vele Rooms Katholiek gelovigen komen vanuit het hele land en zelfs omliggende landen naar de eeuwenoude kerk. Bussen rijden af en aan.
Maar er zijn ook veel bouwactiviteiten gaande. Onze “gids” vertelt: “In het dorp worden alle huizen afgebroken en de mensen moeten verhuizen naar nieuwe huizen aan de rand van het dorp. Op de vrijgekomen plek wordt een nieuwe kerk gebouwd waar straks meer dan honderdduizend gelovigen de diensten kunnen bijwonen.
Mensen sparen er vaak jaren voor om zo’n reis te kunnen bekostigen.
Naast de nieuwe kerk is een enorm terrein waar de voorbereidingen voor de bouw van nieuwe “hotels” in volle gang zijn. Mensen kunnen straks een weekend komen om zo maximaal alle diensten te kunnen bijwonen. De enorme investeringen worden betaald door het Vaticaan, de Angolese overheid en giften van kerkgangers.
Wij concluderen: “religieus massatoerisme”.
Pedras Negras de Pungo Adongo
De weg naar Pedras Negras (zwarte stenen) was aanvankelijk perfect, super mooi asfalt en nauwelijks verkeer. De weg leidt ook naar een dam met electriciteitscentrale. Precies op de plek van deze centrale is het gedaan met de mooie weg.
Het wegdek veranderd in een gatenkaas met gaten van soms 30-40 centimeter diepte.
Niet erg, want we hebben al zicht op ons doel: de Pedras Negras.
De monolithische rotsformatie is zeer imposant. Het steekt prominent boven de rest van het savanne landschap uit.
In het centrum van één van de formatie is een bijna verlaten dorpje. Op onze wandeling naar het uitzichtpunt zien we een paar mensen en veel ingestorte bouwwerken, deels uit de tijd van de Portugese kolonisatie.
Vanaf het uitzichtpunt is het beeld rondom geweldig. Van bovenaf is rotsformatie toch het meest imposant.
We brengen de nacht door -wildkamperend- stijf naast een enorme rots.
Baobabs
We zijn een beetje verliefd geworden op baobab bomen , de geweldige boom die in zuidelijk Afrika veel voorkomt.
We hebben ze in Senegal al gezien maar daarna op de route door West Afrika niet meer. Gelukkig zien we onze lievelingsboom weer veelvuldig in Angola. De boom groeit op droge savanne gronden in Afrika en komt veel voor op Madagaskar. Ook in Australië is het een bekende verschijning.
De baobab heeft een enorme stam met een omtrek van zomaar 20 meter en kan meer dan 2000 jaar oud worden.
In de dikke stam wordt in natte tijden vocht opgeslagen om droge tijden te overleven.
Calandula watervallen
Watervallen blijven imponeren! Deze waterval staat bekend als één van de grootste in Afrika in termen van hoeveelheid water. Over een lengte van 400 meter stort het water 105 meter naar beneden. En dat levert uiteraard een enorm spektakel op.
Op een fantastisch uitzichtpunt naar de waterval is een hotel gebouwd, waar we op het parkeerterrein mogen overnachten. Voor een habbekrats kunnen we gebruik maken van de sanitaire voorzieningen in een hotelkamer en gebruik maken van het prachtige zwembad vanwaar we de watervallen in het zicht houden. We maken een wandeling door dichte begroeiing, over rotsen langs de bovenkant van de waterval. We zien er veel speciale plekken met prachtige uitzichten. Ook kunnen we hier badderen in de “natuurlijke zwembaden”. De meeste mensen blijven bij het hotel en nemen niet de moeite hier even te kijken, terwijl het ons even “de gelukkigste mensen op aarde” maakt.
Safari in de nationale parken
We weten dat de nationale parken in Angola niet allemaal toegankelijk zijn, maar we doen toch een poging. In dit nationale park is het mogelijk de Giant Sable Antelope (Palanka) te zien. Deze unieke antilope is alleen te zien in dit gebied. Uit een laatste telling blijkt dat hier nog zo’n 300 leven.
De weg ernaartoe is hier en daar uitdagend wegens diepe sporen en soms glibberige klei. Uiteindelijk bereiken we de ingang van het park. Tot onze grote verbazing is er een heel dorp met zo’n vijftig huizen. Dat hadden we niet verwacht hier in de “middle of nowhere”
De mensen leven, zoals in vele kleine gehuchtjes in Angola, vergaand zelfvoorzienend.
Afijn, bij de ingang van het park komen we er al snel achter dat een safari onmogelijk is. De aanwezige rangers vertellen ons dat de safaritruck een onderhoudsbeurt krijgt en het lopend veel te ver is. Wel kunnen we in goed gezelschap van de heren overnachten op een unieke plek.
Vervolg in deel 2